Dao De Jing


1 2 3 4 5 6 7 8 9   10 11 12 13 14 15 16 17 18   19 20 21 22 23 24 25 26 27
28 29 30 31 32 33 34 35 36   37 38 39 40 41 42 43 44 45   46 47 48 49 50 51 52 53 54
55 56 57 58 59 60 61 62 63   64 65 66 67 68 69 70 71 72   73 74 75 76 77 78 79 80 81

Daodejing I. 2.

Sectie Dao – Vers II

























































































Het is omdat iedereen schoonheid als schoon beschouwt
dat het lelijke bestaat;
het is omdat iedereen goedheid als goed beleeft
dat het kwade bestaat.
Zijn en niet-zijn veroorzaken elkaar;
moeilijk en eenvoudig vergelijken zich met elkaar;
lang en kort meten zich aan elkaar;
hoog en laag onderscheiden zich van elkaar;
klank en stem vormen zich uit elkaar;
voor en na rangschikken zich naar elkaar.
Daarom handelt de wijze door niet-handelen
en verkondigt hij zonder woorden.
De tienduizend dingen ontstaan om hem heen
en hij wijst geen enkele af.
Hij verbouwt ze, maar neemt er geen in bezit;
hij kweekt ze, maar laat ze vrij groeien.
Hij volbrengt zijn taak, maar eist geen genoegdoening,
en omdat hij geen genoegdoening eist,
verliest hij niet wat hem toekomt.